Spiegeltje, spiegeltje…

spiegeltje-spiegeltje

‘Ik wil wel dat je aan je huiswerk begint’, zeg ik tegen Dewi terwijl ik mijn spullen bij elkaar gris om naar de yoga te gaan. Ik hoor ‘jahaaa’ en een diepe zucht vanaf de bank komen terwijl ze naar haar scherm blijft kijken. Ik loop snel naar de auto en rij weg terwijl ik me afvraag of ze in actie zal komen.

Loslaten

Op het laatste nippertje kom ik de yogaruimte binnen. ‘Sorry’, roep ik naar mijn docente. ‘Relax’, zegt ze, het is Yin, je komt om te ontspannen. ‘Oja, ontspannen’, en ik ga op mijn mat liggen. Ik voel hoe gejaagd ik nog ben en dat ik nog mag landen.

Terwijl ik op de yogamat lig is het de bedoeling dat ik loslaat. Ik voel de spanning in de verschillende houdingen en de gedachten trekken voorbij in mijn hoofd. Het ene moment lukt het goed om in het hier en nu te komen en het volgende moment dwaal ik weer af. Steeds weer naar het ‘huiswerkgedoe’. ‘Wat is het toch dat ik me daar zo druk over maak?’ ‘Wat raakt me zo in het stuk dat ze me wegkijkt als ik mee wil denken?

Wat mij raakt is van mij

Wat mij raakt is van mezelf, dus tijd om naar binnen te keren. Wat raakt me hier nu aan? Ik maak me zorgen dat ze niet op tijd begint om alles af te krijgen. Ik wil voorkomen dat ze gestresst raakt en dan krijg ik weer een diepe zucht als ik haar daarvoor wil behoeden. Als ik Dewi omschrijf dan is het een dromer, een fladderend, speels meisje, wat ervan geniet om alles op haar gemak te doen. Als ze druk ervaart dan verstart ze, dan weet ze het niet meer.

De strijd in mezelf

Als ik de zinnen naar mezelf ga vertalen dan staat er: Ik maak me zorgen dat ik niet op tijd begin om alles af te krijgen. Ik wil voorkomen dat ik gestresst raak en dan krijg ik weer een diepe zucht als ik mezelf daarvoor probeer te behoeden. Het gaat om delen in mezelf. Het ‘controle willen houden’ deel en het ‘dromerige, fladderende’ deel in mezelf. Het ‘controle willen houden’ deel maakt zich zorgen dat het ‘dromerige, fladderende’ deel niet op tijd begint om alles af te krijgen. Het ‘controle willen houden’ deel wil voorkomen dat het ‘dromerige, fladderende’ deel gestresst raakt en dan krijgt het ‘controle willen houden’ deel weer een diepe zucht van het ‘dromerige, fladderende’ deel als het haar daarvoor wil behoeden.

Controle verus fladderen

Ik ga voelen wat het ‘controle willen houden’ deel voor mij wil bereiken. Het wil dat ik op een ontspannen manier met voldoende tijd mijn taken/doelen kan behalen zodat ik de stappen kan zetten die ik graag wil zetten. Dan maak ik contact met het ‘dromerige, fladderende’ deel in mezelf en kijk wat dit deel voor mij wil bereiken. Dit deel wil dat ik op een ontspannen en speelse manier mijn taken/doelen kan behalen. Beide delen willen me behoeden voor druk en stress. Het ene deel door te structureren en het andere deel door juist vanuit ontspanning te werken. Het doel is dus hetzelfde via een andere weg. Door zo te kijken lijkt het ineens of er begrip in mezelf ontstaat en ik voel rust terwijl ik op mijn matje lig.

Mijn spiegel klopt

En het klopt precies want ik ben bezig met het voorbereiden van mijn examen binnenkort, ik ben plannen aan het uitschrijven voor wat ik met mijn praktijk wil, ik ben met sessies bezig met mijn klanten en ik ben voor mijn werk in de weer. Ik wil zoveel! En het liefste allemaal tegelijk. En wanneer dat ik dan het gevoel heb dat ik achter loop dan voel ik de druk. Wat mijn dochter me spiegelt klopt. Ik mag op een speelse manier omgaan met mijn planning en vanuit ontspanning mijn taken en doelen behalen.

Het ‘huiswerkgedoe’ is over

Als ik thuis kom loop ik naar Dewi. Ze zit op haar kamer. Ik vraag hoe het met haar is. ‘Ik heb Nederlands, Frans en Nask gedaan’, zegt ze trots. ‘En nu ben ik even aan het chillen’. ‘Groot gelijk, ga maar even chillen’, zeg ik met een glimlach. En ik doe de deur weer dicht. De innerlijke strijd in mezelf is opgelost en het ‘huiswerkgedoe’ ook.

Liefs, Ilse